Rioolheffing
Uit het Coalitieakkoord Terneuzen 2018-2022 ‘Sterk, betrokken en vitaal’ volgt dat wij onderzoeken of we kunnen komen tot een andere heffingsgrondslag voor de rioolheffing, die niet of niet alleen gebaseerd is op de WOZ-waarde.
Onderzoek rioolheffing
Wij startten in 2018 een onderzoek naar de mogelijkheden van een andere heffingsgrondslag voor de rioolheffing. Na het door de gemeenteraad genomen principebesluit (28 maart 2019) onderzochten wij vier varianten. In maart 2020 concludeerden wij dat deze vier varianten niet voldoen aan de uitgangspunten die we beschreven in het coalitieakkoord. Wij willen het komende jaar benutten om te kijken of we alsnog een variant kunnen vinden die wel voldoet aan de drie uitgangspunten van het coalitieakkoord. Dit is een lastige opgave. Zoals gemeld in de raadsinformatiebrief d.d. 12 mei 2020 ‘Onderzoek rioolheffing’ hopen wij u in het voorjaar van 2021 te informeren.
Voor het jaar 2021 handhaven wij daarom als heffingsmaatstaf de eigenarenheffing op basis van de WOZ-waarde. Voor de WOZ-waarde 2021 geldt als waardepeildatum 1 januari 2020.
Tarief per 1 januari 2021
Het tarief voor de rioolheffing indexeren wij met 2,0%. Gelijk aan de tariefbepaling bij de onroerende-zaakbelastingen corrigeren wij het tarief voor de rioolheffing met de waardeontwikkeling. Sabewa Zeeland bepaalde het percentage van de waardeontwikkeling van de objecten die voor de rioolheffing worden aangeslagen op 3,7%. Rekeninghoudend met het bovenstaande komt het tarief voor de rioolheffing in 2021 op 0,092%.
Kostendekkendheid
Uitgangspunt
Op 28 maart 2019 besloot de gemeenteraad dat het uitgangspunt voor de rioolheffing "is en blijft 100% kostendekkendheid". Op dit moment bedraagt het dekkingspercentage 83%. Een aantal elementen die van invloed zijn op het dekkingspercentage lichten wij hieronder toe.
Lagere opbrengsten
Door de prognose en actualisatie van de heffingsgrondslag door Sabewa Zeeland ramen wij de opbrengst rioolheffing structureel lager dan wij vermeldden in de Kaderbrief 2021-2024. Ten opzichte van de primitieve begroting 2020 bedragen de opbrengsten rioolheffing circa € 58.000 lager dan in het jaar 2021. Dit geeft een negatief effect op het dekkingspercentage.
Hogere salariskosten en kapitaallasten
De toe te rekenen salariskosten en kapitaallasten voor het uitvoeren van de water- en rioolbeheer taken zijn hoger geraamd dan in 2020. De hogere salariskosten zijn het gevolg van de CAO-stijging. De kapitaallasten baseren wij op de rioleringsinvesteringen uit het Water- en Rioleringsplan 2019-2023.
Hogere kosten exploitatie
Bij het opnieuw inrichten van de financiële administratie bleek dat wij bepaalde kosten van onder andere kolkenzuigers en machines niet toerekenden aan de rioolheffing. Deze kosten zijn echter onlosmakelijk verbonden met het uitvoeren van onze water- en rioolbeheer taken. Vanaf de begroting 2021 nemen wij daarom deze kosten mee in de berekening van de kostendekkendheid. Dit zorgt ook voor een negatief effect op het dekkingspercentage.
Berekening kostendekkendheid | 2021 |
---|---|
bedrag x € 1.000 | |
Kosten taakveld(en), inclusief (omslag)rente | 4.743 |
Inkomsten taakveld(en), exclusief heffingen | 0 |
Netto kosten taakveld(en) | 4.743 |
Toe te rekenen kosten: | |
Overhead incl. (omslag)rente | 1.225 |
BTW | 480 |
Totale kosten | 6.448 |
Opbrengst heffingen | 5.324 |
Dekkingspercentage | 83% |